Inleiding

“Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst”. Deze woorden leest u midden op de Afsluitdijk. Deze dijk werd opgeleverd in mei 1932 in financieel moeilijke tijden. Daarmee is er een parallel met de situatie waarin Ede zich bevindt: investeren in moeilijke tijden.
Ook Ede leeft, groeit en ontwikkelt zich. Daarom blijven wij investeren in de toekomst van Ede en haar inwoners. De vierde editie van de Staat van Ede (september 2024) laat opnieuw zien dat onze gemeente sterk groeit en dat onze inwoners nog steeds fijn wonen, werken en recreëren in Ede vanwege de combinatie van stad, platteland en natuur. Dit brengt tegelijkertijd uitdagingen met zich mee, zoals voldoende passende woningen, sport- en cultuurvoorzieningen en het behouden van de leefbaarheid in wijken en dorpen.
Tegelijkertijd breken er nu ook in Ede moeilijke tijden aan. De financiële situatie van de gemeente Ede verslechtert. Het “ravijn”, dat ontstaat doordat het rijk weigert over de brug te komen met voldoende structurele middelen voor gemeenten na 2025, komt snel dichterbij. Zoals in de Perspectiefnota aangekondigd, betekent dit dat wij naast investeren ons ook moeten voorbereiden op ombuigingen.

In deze inleiding schetsen wij in vogelvlucht hoe wij het financieel zware weer het hoofd gaan bieden en welke eerste stappen wij in 2025 zetten voor wat betreft inkomstenverhoging. Vervolgens schetsen wij een beperkt aantal onuitstelbare maatregelen, die ten tijde van de Perspectiefnota nog niet waren voorzien, maar die noodzakelijk zijn voor het voorzieningenniveau bij een groeiende bevolking. Zodat ook bij een volgende Staat van Ede blijkt dat het hier nog steeds goed wonen is. We zien daarbij nu dat de grenzen van onze financiële mogelijkheden in zicht zijn, waardoor versneld ingrijpen onvermijdelijk wordt

Financieel perspectief
Als gevolg van het ravijn dreigt voor veel gemeenten vanaf 2026 een flink tekort op hun begroting. Dit geldt helaas ook voor de gemeente Ede. Bij de behandeling van de Perspectiefnota gaven wij aan, dat in Ede voorstellen voor ombuigingen nodig zijn met een omvang van tussen de € 20 en € 30 miljoen.

Voor deze ombuigingen gaan we te werk langs drie pijlers:

  • Takendiscussie en ambitieniveau - welke taken willen en kunnen we uitvoeren en welk ambitieniveau houden we aan?
  • Organisatie en efficiency - voeren we de taken op de goede en efficiënte wijze uit?
  • Inkomstensverhoging - welke bijdrage kangevraagd worden van de Edese inwoners, organisaties/bedrijven en bezoekers.

Uitgangspunten hierbij zijn, dat we een goede basis behouden en waar nodig blijven investeren in Ede. De kaasschaaf zal niet voldoen: er zijn fundamentele keuzes nodig, waarbij de hele begroting in beeld komt en er geen heilige huisjes zijn. Daarbij willen we desinvesteringen zo veel mogelijk voorkomen. Tot slot is van belang dat maatregelen gefaseerd kunnen worden ingevoerd, zodat uiterlijk in 2029 de begroting weer structureel in evenwicht is.
In december 2024 worden de eerste denkrichtingen met de raad gedeeld. Vervolgens worden deze omgezet in voorstellen en ombuigscenario’s, die in juli 2025 bij de behandeling van de Perspectiefnota 2026-2029 worden aangeboden. Op basis van de afwegingen die dan in de raad worden gemaakt, vindt verwerking in de Programmabegroting 2026-2029 plaats.

Bij de behandeling van de Perspectiefnota gaven wij aan dat het voor houdbare financiën onontkoombaar is om onze inkomsten te betrekken bij de ombuigingen. Daarbij hielden we de optie open om de inkomsten, zoals de OZB, al met ingang van 2025 te verhogen. De ontwikkeling van het financieel beeld in deze programmabegroting zorgt ervoor dat we er niet aan ontkomen nu al maatregelen te nemen. Als gevolg van het verwerken van de knelpunten en noodzakelijke investeringen zouden we geen reëel sluitende begroting kunnen opleveren en zou de Algemene reserve door de bodem zakken. Het nemen van inkomstenverhogende maatregelen is daarmee onontkoombaar. De maatregelen zijn een eerste stap in het totale ombuigingstraject wat verder zal worden uitgewerkt richting de Perspectiefnota 2026-2029.

Noodzakelijke investeringen in Ede
Zoals aangegeven, blijven wij investeren in Ede en voor onze Edese inwoners. De afgelopen jaren is dat gebeurd in het centrum van Ede, in het stationsgebied, in cultuur, in sportvoorzieningen en in grote infrastructurele voorzieningen. Bij de vaststelling van de Perspectiefnota heeft u als raad een integrale afweging gemaakt. Aanvullend heeft u ruimte gereserveerd voor investeringen in diverse voorzieningen, zoals buurt-, wijk- en dorpshuizen, concrete sport- en culturele voorzieningen, fietsvoorzieningen, natuurcentrum en maatregelen, die voortvloeiden uit participatie-trajecten met inwoners (o.a. gebiedsproces Otterlo). Ook heeft uw raad middelen beschikbaar gesteld voor maatregelen op het gebied van minima (stadspas), Wmo en Jeugd.

Aanvullend ten opzichte van de Perspectiefnota wordt in deze programmabegroting een aantal concrete knelpunten opgelost, die niet uitstelbaar en daarmee onontkoombaar zijn. Het gaat om maatregelen voor onderwijshuisvesting, de rotonde Westzoom, Hoogbouw Ede Zuid, Jeugdhulp en Participatiewet (de zogeheten BUIG-middelen). We herijken onze inzet als het gaat om wonen en werken in het stationskwartier om het nieuwe station als OV-knooppunt maximaal te benutten. Aanvullend wordt een kredietaanvraag gehonoreerd voor de afronding van het project Spoorzone.

Ten aanzien van Jeugdhulp hebben we onderzocht welke mogelijkheden er zijn om jeugdhulp passend te houden en kosten te beheersen. De rijksmiddelen blijven achter bij de daadwerkelijke uitgaven. Dit nadeel wordt deels verwerkt in de begroting en deels opgenomen in de risicoparagraaf. De ontwikkelingen en het beroep op jeugdzorg worden gemonitord.

Bij de Perspectiefnota is aangegeven, dat bij een overvraag van het woningbouwfonds een nieuwe aanvraag gedaan zou worden in deze begroting. In het fonds is nog beperkt ruimte voor een tweede subsidieronde; deze ruimte wordt eerst aangewend. Om die reden en gelet op de financiële situatie is ervoor gekozen om op dit moment geen extra storting in het woningbouwfonds te doen.

Om regie te kunnen houden op de duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Ede op langere termijn is een reserve Omgevingsvisie ingesteld. Zo houden wij als Ede vast aan onze koers die met de Omgevingsvisie is ingezet. Hoewel het rijk ons structureel tot nu toe weinig financiële armslag heeft geboden, zijn er wel incidentele middelen geboden (voorbeeld WBI - Woningbouw Impuls). Deze reserve kan ook dienen als cofinanciering voor nieuwe rijks- en provinciale middelen voor landelijk gebied, mobiliteit en woonopgaven. Veel projecten zijn zonder zo’n bijdrage van rijk of provincie niet of nauwelijks haalbaar.

We houden zo het huishoudboekje op orde en blijven investeren in de toekomst van Ede en haar inwoners.

Deze pagina is gebouwd op 11/20/2024 09:53:54 met de export van 11/18/2024 11:07:02